zondag 17 januari 2010
De Ziel en haar 3 soorten van energie
(Esoterische Psychologie deel II, blz.319-320)
Men dient er zich hier rekenschap van te geven, dat de werkelijkheid, door ons de Ziel genoemd, in wezen een uitdrukking van drie soorten van energie is – die van leven, liefde en intelligentie. Voor het ontvangen van deze drie energieën is de drievoudige lagere aard voorbereid geworden. Het intelligentieaspect weerspiegelt zich in het denkvermogen, de liefdeaard in het emotioneel begeertelichaam en het levensbeginsel in en door het etherische of vitale lichaam.
Wat het stoffelijk lichaam aangaat in zijn grovere uitdrukking (want het etherische lichaam is het fijnere aspect of de fijnere uitdrukking van het stoffelijk lichaam) verankert de Ziel zich in twee energiestromen met twee punten van contact: - de levenstroom in het hart en de bewustzijnsstroom in het hoofd. Dit bewustzijnsaspect is zelf tweeslachtig. Datgene wat wij zelfbewustzijn noemen, wordt geleidelijk ontplooid en vervolmaakt totdat het ajna-centrum, of het centrum tussen de wenkbrauwen, gewekt is.
Het latente groepsbewustzijn, waardoor een besef doorbreekt van het grotere Geheel, blijft voor het grootste deel van de langzaam zich ontwikkelende cyclus rustig totdat het integratieproces is voortgeschreden tot zulk een hoogte dat de persoonlijkheid functioneert. Dan begint het hoofdcentrum te ontwaken en de mens wordt zich van het omvangrijker begrip bewust. Vervolgens verbinden zich hoofd en hart. De geestelijke mens verschijnt en drukt zich in vele opzichten uit.
-------------------------------
donderdag 26 maart 2009
Over "Omschrijvingen en feiten".
Uit de ‘Nieuwe Esoterische Psychologie’ deel II van Alice A.Bailey, blz. 15-16.
Wat wordt bedoeld met omschrijvingen en wat zijn feiten?
Omschrijving is eenvoudig de uitleg van het onmiddellijk begrip van een menselijk denkvermogen. Doch een omschrijving kan later van het gezichtspunt van ruimere kennis en van een omvattender begrip van gehelen als onvolmaakt en zelfs verkeerd gezien worden (gelijke het geval is met een zogenaamd feit). Vandaar dat elke omschrijving en ten slotte alle feiten onderscheiden zullen worden als tijdelijk; elke uitlegging is slechts van voorbijgaand nut. De fundamentele waarheden van nu kunnen later worden gezien als simpele aspecten van nog grotere waarheden en wanneer de grotere waarheid wordt begrepen, zal men erkennen dat de betekenis en de verklaring van haar vroeger belangrijk deel geheel verschillend is van hetgeen verondersteld werd. Dit moet nooit door wie ook, die deze Verhandeling over de Zeven Stralen eventueel leest, worden vergeten. Een ingewijde, die de drie door ons beschouwde woorden leest (individualisering, inwijding en vereenzelviging), heeft een geheel ander denkbeeld daaromtrent dan een discipel of iemand die nooit in deze richting gedacht of gestudeerd heeft en voor wie ons vocabulaire nieuw en vreemd is met weinig betekenis en nog meestal verkeerd wordt begrepen
Wat wordt bedoeld met omschrijvingen en wat zijn feiten?
Omschrijving is eenvoudig de uitleg van het onmiddellijk begrip van een menselijk denkvermogen. Doch een omschrijving kan later van het gezichtspunt van ruimere kennis en van een omvattender begrip van gehelen als onvolmaakt en zelfs verkeerd gezien worden (gelijke het geval is met een zogenaamd feit). Vandaar dat elke omschrijving en ten slotte alle feiten onderscheiden zullen worden als tijdelijk; elke uitlegging is slechts van voorbijgaand nut. De fundamentele waarheden van nu kunnen later worden gezien als simpele aspecten van nog grotere waarheden en wanneer de grotere waarheid wordt begrepen, zal men erkennen dat de betekenis en de verklaring van haar vroeger belangrijk deel geheel verschillend is van hetgeen verondersteld werd. Dit moet nooit door wie ook, die deze Verhandeling over de Zeven Stralen eventueel leest, worden vergeten. Een ingewijde, die de drie door ons beschouwde woorden leest (individualisering, inwijding en vereenzelviging), heeft een geheel ander denkbeeld daaromtrent dan een discipel of iemand die nooit in deze richting gedacht of gestudeerd heeft en voor wie ons vocabulaire nieuw en vreemd is met weinig betekenis en nog meestal verkeerd wordt begrepen
woensdag 7 januari 2009
VERKLARENDE ESOTERISCHE WOORDENLIJST
Verspreid over de hele website kunnen termen gebruikt worden die niet altijd tot het dagelijkse spraakgebruik horen of waarvan de betekenis niet door iedereen op dezelfde manier wordt ervaren. Om mogelijke misverstanden als gevolg hiervan te vermijden volgen hier een groot aantal woorden met de uitleg zoals ze hier bedoeld worden.
Aartsengel
Een toestand en verblijfplaats
Aeon.
Het woord aeon, dat in de Bijbel wordt vertaald met eeuwigheid, betekent niet alleen een eindige periode maar ook een engel en een wezen.
(‘Een toelichting op de GL’, Stanza’s I-IV, blz.10)
Ajnacentrum.
Energiecentrum (chakra) tussen de wenkbrauwen.
De stoffelijke tegenhanger is de hypofyse.
Antahkarana.
Het bouwen van een brug van licht tussen het lager denkvermogen, de ziel en het hoger denkvermogen waardoor de verlichting van de persoonlijkheid mogelijk wordt.
Ashram.
Een Ashram is een vitaal centrum of werveling van kracht met dynamische uitwerking. Daar waar de gehele groep van liefde brandend en als zielen levend is, daar wordt een ashram gevormd . In het centrum van een Ashram staat een Meester van Wijsheid. De ring om dit centrum heen bestaat uit 3 Meesters van Wijsheid. De anderen ringen worden gevormd door discipelen van alle graden. In een Ashram werken alleen zielen geen persoonlijkheden. Elke Ziel heeft zijn persoonlijkheid als er een incarnatie is. De Geestelijke Hiërarchie bestaat uit 7 hoofd- en 42 kleinere Ashrams. Elk vertegenwoordigt 1 van de 7 stralen (energieën) met aan het hoofd een Meester van Wijsheid.
Astraal gebied.
Het gebied van emoties met zijn tegenpolen: hoop en angst, sentimentele liefde en haat, geluk en lijden. Het gebied van begoochelingen.
Astraal lichaam.
Het emotionele voertuig van de mens.
AUM
Is het symbool der hoogste energieën. De drieledige klank wordt als OM uitgesproken. Los van de vele definities is A - gedachte-Basis; U- is licht, de eerste oorzaak, M is Mysterie, het Heilige. De drie letter A U M betekenen verleden, heden en toekomst Een dergelijke betekenis heeft een grondslag. De basis is het verleden; het Licht is het heden en benadering van het Heilige is de toekomst. Ook wordt gezegd, dat de algemene betekenis van het woord ‘ja’, als bevestiging, dezelfde is, Het komt in alle talen voor.
Begoocheling.
Begoocheling is een astrale of emotionele kracht, die de aspirant tot slachtoffer van zijn eigen valse emotionele voorstellingen en begeerten maakt. Begoocheling kan vergelijken worden met de houding van een volk dat in de dalen leeft, omgeven door mist en nevelen. Tengevolge van de onmogelijkheid voor hen om duidelijk door de mits te zien, verbeelden zij zich dat zij verschillende vormen zien, vrees aanjagend of anderszins en stellen zich deze vormen van hun eigen emotioneel-mentale benadering voor als werkelijk. De morgenzon, die in glorie boven de horizon optijgt, verdrijft deze nevelen van de nacht en openbaart de valse illusies en begoochelingen waaronder de mensen verkeerd hebben. Begoocheling is de toestand waardoor het denken wordt versluierd door emotionele impulsen vanuit de astrale niveaus. B.v. angst, zelfmedelijden, kritiek, achterdocht, zelfingenomenheid, zelfoverschatting.
Buddhi.
Universele ziel of hoger Denkvermogen, liefhebbend begrip, liefde - wijsheid.
Buddhisch gebied.
Het gebied van de Intuïtie.
Chakra’s.
Centra (draaikolken) van energie in het etherisch lichaam die in verbinding staan met de ruggengraat en de 7 belangrijkste endocriene klieren. Er zijn 7 grote, 21 kleine en 49 nog kleinere chakra’s.
De Christus. Een Titel. Het Hoofd van de Geestelijke Hiërarchie.
Christusbewustzijn.
Energie van de kosmische Christus, ook bekend als Christusbeginsel. Deze energie die voor ons belichaamd wordt door de Christus, ontwaakt momenteel in het hart van miljoenen mensen over de hele wereld. De energie van evolutie zelf.
Deva.
Engel of hemels wezen uit een natuurrijk dat zich evenwijdig ontwikkelt aan het menselijke rijk, variërend van ondermenselijke elementalen tot supermenselijke wezens vergelijkbaar met een planeetlogos. Zij zijn de ‘actieve bouwers’ die op intelligente wijze met de stof werken om alle vormen te creëren die wij zien, inclusief de mentale, emotionele en fysieke voertuigen van de mens.
Driehoek-meditatie.
Groep van drie mensen die zich dagelijks in gedachten enkele minuten op elkaar afstemmen voor meditatie.
Energie.
Vanuit esoterisch gezichtspunt bestaat er in het gehele geopenbaarde universum niets dan energie op verschillende niveaus van trilling. Het trillingsniveau (de frequentie) bepaalt welke vorm de energie aanneemt. Energie kan worden gemanipuleerd en gestuurd door gedachte.
Esoterie.
De door de eeuwen heen verzamelde leer over de evolutie van bewustzijn in het menselijke rijk en in de onderliggende natuurrijken. Biedt een systematische en samenhangende beschrijving van de energetische structuur van het heelal en de plaats die de mens daarin inneemt. Beschrijving van de krachten en invloeden die achter de wereld van uiterlijke verschijnselen schuilgaan.
Etherisch lichaam.
Energetische tegenhanger van het fysieke lichaam, bestaande uit 7 grote en 42 kleinere chakra’s (energiecentra), die tezamen een energienetwerk vormen van alle centra en de oneindig kleine energiedraden (nadî’s) die aan elk deel van het zenuwstelsel ten grondslag liggen. Blokkades in het etherisch lichaam kunnen leiden tot organische aandoeningen.
Etherische gebieden.
Vier niveaus van stoffelijke materie die fijner zijn dan gasvormige. Vooralsnog onzichtbaar voor de meeste mensen.
Evolutie.
Proces waardoor de stof wordt vergeestelijkt; de weg terug naar de bron. Het afwerpen van de sluiers van misleiding en illusie, waardoor uiteindelijk kosmisch bewustzijn bereikt wordt.
Fysiek gebied.
Wereld van de verschijnselen. De vorm die energie aanneemt op de laagste trillingsniveaus: grofstoffelijk, vloeibaar, gasvormig en etherische stof.
Gebied.
Bestaansniveau.
Geest.
In algemene esoterische termen: de monade die zichzelf weerspiegelt als de ziel. Geest, het totaal van de energetische aard van de mens; de levenskracht die ons bezielt en aandrijft.
Geestelijk (spiritueel).
Elke activiteit die de mens verder brengt dan zijn huidige toestand aangeeft: op fysiek, emotioneel, mentaal, intuïtief of sociaal gebied.
Geestelijke Hiërarchie.
Koninkrijk van God, het Geestelijk Koninkrijk, of het koninkrijk der zielen, bestaande uit de meesters van wijsheid en de ingewijden van alle graden, van wie het doel is het Plan van God uit te voeren. Planetair centrum van Liefde - Wijsheid. Ook bekend als de Grote Witte Broederschap, Genootschap van Verlichte Geesten.
God.
Het grote kosmische wezen dat deze planeet bezielt en dat alle wetten belichaamt, alsmede alle energieën die door die wetten worden geregeerd; waaruit alles bestaat wat zichtbaar en onzichtbaar is. (Zie ook: “logos”).
Goeroe/ Guru.
Geestelijk leraar.
Heer der Wereld. Zie: “Sanat Kumara”.
Hiërarchie.
Zie: “Geestelijke Hiërarchie”.
Hiërofant.
De Inwijder. Hetzij, bij de eerste twee planetaire inwijdingen: de Christus, of, bij de derde en hogere inwijdingen: de Heer der Wereld.
Illusie.
Illusie is het mentaal verkeerd interpreteren van de feiten van het leven. Er is volgens de esoterie slechts één Werkelijkheid, één Onveranderlijk Denkvermogen, het universele bewustzijn, dat de orthodoxie God noemt. die door. Buiten die Ene Onveranderlijk Denkvermogen is er niets dan Zijn manifestaties, deze verkeren in een voortdurende toestand van beweging en verandering onder invloed van de Wet van Evolutie. Deze manifestaties zijn daarom niet werkelijk; de laatste werkelijkheid is datgene wat er Zijn zal aan het eind van het evolutieproces. In zover het menselijke denkvermogen deze tijdelijke manifestaties als permanent aanneemt, is het onderworpen aan illusie.
Incarnatie.
Openbaring van de ziel als de drievoudige persoonlijkheid onder de Wet van de wedergeboorte.
Intuïtie.
Intuïtie is een geestelijke gewaarwording, welke de juiste richting aangeeft en een hoger stadium van bewustzijn. Dit heeft tot gevolg dat er een stroom van zuivere intelligente rede via het denkvermogen binnenstroomt. Deze is emotioneel gestabiliseerd en in evenwicht en komt rechtstreeks vanuit het intuïtieve of buddische gebied. Wanneer het denkvermogen van de mens tenslotte onder de invloed van de intuïtie en van het Hoger Denkvermogen (na het opbouwen van het Anthakarana/Regenboogbrug)komt, zal de mens de waarheid direct kennen en zal hij zijn vroegere voorstellingen en geloofsovertuigingen als illusies afdanken. Het oproepen van de intuïtie is in werkelijkheid het naar het hersenbewustzijn brengen van het aangeboren – maar gewoonlijk niet ontwikkeld – geestelijk vermogen, dat de aspirant in staat stelt direct contact te maken met denkbeelden en tenslotte te weten dat eenheid en synthese de enige ware werkelijkheden zijn voorzover het ’t Goddelijke Plan betreft.
Involutie.
Het proces waardoor de geest afdaalt in zijn tegenpool: de stof.
Inwijding.
Vrijwillig proces waarbij opeenvolgende en geleidelijk opklimmende stadia van afstemming en eenwording plaatsvinden tussen de man of vrouw in incarnatie; zijn/haar ziel en de monade, de “vonk van God”. Elk stadium verschaft de ingewijde een dieper inzicht in de betekenis en het doel van Gods plan; een vollediger bewustzijn van zijn/haar rol in dat Plan en een toenemend vermogen om bewust en intelligent te werken aan de vervulling ervan.
Karma.
Oosterse aanduiding van de Wet van oorzaak en gevolg. De fundamentele wet die ons bestaan in dit zonnestelsel regeert. Elk van onze gedachten en handelingen zet een oorzaak in gang waarvan de gevolgen ons leven bepalen, ten goede of ten kwade. In Bijbelse termen: “Zoals u zaait, zult u ook oogsten.” In wetenschappelijke termen: “Elke actie heeft een gelijkwaardige, er aan tegengestelde reactie.”
Krachten van Duisternis (van kwaad, stoffelijkheid).
Involutionaire of materialistische krachten die het stofaspect van de planeet in stand houden. Wanneer deze hun doel voorbijschieten en invloed krijgen op de geestelijke ontwikkeling van de mensheid , worden ze aangeduid als: “het kwaad” of de anti-christ.
Krachten van Licht (van evolutie).
De Geestelijke Hiërarchie van onze planeet. Het planetaire centrum van Liefde - Wijsheid.
Kwaad.
Alles wat de evolutionaire ontwikkeling belemmert.
Logos.
God. Het kosmische wezen dat een planeet (planeetlogos), zonnestelsel, (zonnelogos), melkwegstelsel ( galactische logos) enzovoort, bezielt.
Manas.
Hoger denkvermogen.
Mantram.
Formule, of opeenvolging van lettergrepen, die - indien juist uitgesproken - energie in beweging zetten.
Meditatie.
Wetenschappelijk middel waarmee het contact en de uiteindelijke eenwording met de ziel wordt bereikt. Ook het proces waardoor men openstaat voor geestelijke inspiratie en derhalve voor samenwerking met de Geestelijke Hiërarchie.
Meesters van Wijsheid.
Mensen die de vijfde inwijding of graad hebben genomen doordat ze alle ervaringen van het leven op deze planeet hebben doorgemaakt en daardoor volledig meesterschap over zichzelf en de wetten van de natuur hebben bereikt. Behoeders van het Plan van evolutie en van alle energieën die de planeet binnenstromen ter vervulling van het Plan.
Mens.
Stoffelijke openbaring van de ziel; een geïndividualiseerd aspect van de geestelijke monade (het Zelf), die een vonk is van de Ene Geest (God).
Mentaal gebied.
Het gebied van denkvermogen waar de mentale processen plaatsvinden.
Mentaal lichaam.
Voertuig van de persoonlijkheid op het mentale gebied.
Monade. (Het Zelf/ Hoogste Zelf).
Zuivere geest die de Drievuldigheid van goddelijkheid weerspiegelt:
1. goddelijke Wil of Macht (de Vader)
2. Liefde - Wijsheid (de Zoon)
3. Actieve intelligentie ( de Heilige Geest)
De “vonk van God” die in elk mens huist.
Nieuwe Tijd (New Age). Zie: ‘Waterman’.
Noumena
Alleen in Geest bestaand
Noumenon
De Ene Absolute Werkelijkheid
Occultisme.
De verborgen wetenschap van de energieën die ten grondslag liggen aan het evolutieproces. Volgens de Canesha: “de Leer van de nog niet ontdekte krachten in de natuur en de mens”.
OM
Is de macht der genade. (zie AUM)
Oorzakelijk Lichaam.
De ziel op het oorzakelijk gebied en voertuig van de Monade. De plaats waar de essentie van leerprocessen uit alle levens in de 3 permanenten atomen wordt opgeslagen.
Oude wijsheid.
Eeuwenoude reeks geestelijke leringen die de bron vormen waaruit de kunsten, religies en wetenschappelijke prestaties van talloze beschavingen ontsproten zijn. In de moderne tijd voor het eerst voor een groter publiek toegankelijk gemaakt. In de 19e eeuw door Helena Petrovna Blavatsky en in de 20e eeuw door Alice A. Bailey, Helena Roerich, Rudolf Steiner, Benjamin Creme e.a.
Overschaduwing.
Vrijwillig samenwerkingsproces, waarbij het bewustzijn van een meester tijdelijk gebruik maakt van het fysieke, emotionele en mentale lichaam van een discipel.
Permanente atomen.
Drie atomen van fysieke, astrale en mentale stof waaromheen de lichamen voor een nieuwe incarnatie worden gevormd. Deze houden de trillingssnelheid vast, die de mens op het moment van overlijden heeft bereikt, zodat de bereikte evolutionaire ‘status’ bewaard blijft voor een volgende incarnatie.
Persoonlijkheid.
Drievoudig voertuig van de ziel op het stoffelijk gebied, bestaande uit: een mentaal, emotioneel (astraal) en een fysiek - etherisch lichaam.
Planeetlogos.
Goddelijk wezen dat een planeet bezielt.
Pralaya.
Een niet - mentale, niet - astrale, niet - fysieke toestand ergens tussen dood en wedergeboorte in, waar de levensimpuls inactief is. Ervaring van volmaakte vrede en een voortdurende gelukzaligheid voorafgaand aan de volgende incarnatie. Het komt overeen met het christelijke denkbeeld van de hemel.
Reïncarnatie. (Wet van wedergeboorte).
Proces waardoor God, via de mens als middelaar, zichzelf onderdompelt in zijn tegenpool (de stof), teneinde de stof – die dan volledig doordrenkt is – met de aard van God, weer in zich op te nemen. De Wet van karma trekt ons steeds opnieuw in incarnatie, totdat we geleidelijk - door het evolutieproces - volledig uitdrukking kunnen geven aan onze innerlijke goddelijkheid.
Sanat Kumara.
Heer der Wereld. De etherische uitdrukking van onze Planeetlogos die in Shamballa verblijft. Een groot Wezen, afkomstig van Venus, dat zichzelf 18,5 miljoen jaren opofferde om te fungeren als het persoonlijkheidsvoertuig voor de bezielende godheid van onze planeet. Het meest nabije aspect van God dat de mens in staat is te kennen.
Shamballa.
Grootste energiecentrum van de planeet, gelegen boven de Gobi – woestijn, op de twee hoogste etherische gebieden. Van hier uit en hier doorheen stroomt de Shamballa – kracht, de energie van Wil of Doel. Het komt overeen met het kruinchakra van de mens.
Stralen.
De zeven universele stromen van goddelijke energie, die elk de uitdrukking zijn van een groot Leven en waarvan de wisselwerking op elke denkbare frequentie de zonnestelsels, melkwegstelsels en universums creëert. Door de cyclische spiraalbeweging van deze energieën wordt alles in en uit openbaring gebracht en gekleurd met en doordrenkt van bepaalde hoedanigheden en aspecten.
Theorie
Theorie (esoterisch) vormt het ware geraamte van het occulte lichaam van waarheid.
Tijdperk.
Wereldcyclus van ongeveer 2150 jaar, afhankelijk van de verhouding tussen de aarde, zon en de tekens van de dierenriem.( Zie ook: ‘Waterman’ ).
Trilling
Beweging van energie. Alle energie trilt op een bepaalde frequentie. Het evolutieproces vindt plaats door verhoging van de trillingssnelheid in reactie op inkomende energieën van hogere niveaus.
Voertuig.
De vorm waarin hogere wezens zich uitdrukken op lagere gebieden. De fysieke, astrale en mentale lichamen vormen bijvoorbeeld de voertuigen van de ziel op de lagere niveaus.
Waterman.
Sterrenbeeld waarnaar het astronomische tijdperk is genoemd dat nu begint: (‘de Nieuwe Tijd’ of ‘New Age’) en dat ongeveer 2350 jaar zal duren. Tevens het esoterisch symbool voor de Waterdrager, het tijdperk van De Christus en de geestelijke energie van Waterman, waarvan Broederschap en Synthese de kenmerken zijn.
Wet van Oorzaak en Gevolg(Wet van Karma). Zie: “Karma”.
Wet van wedergeboorte Zie: “Reïncarnatie”.
Vereniging van de lagere en de hogere aard door verschillende technieken om beheersing te bereiken over het fysieke, astrale of mentale lichaam.
De goddelijke vonk in ieder mens.(zie ook: “Monade”)
Zelf verwerkelijking.
Proces waardoor de mens geleidelijk tot de erkenning en uitdrukking komt van zijn ">goddelijke aard.
Ziel.
Verbindend beginsel tussen geest en stof, tussen God en zijn vorm. Verschaft bewustzijn, karakter en hoedanigheid aan alle geopenbaarde vormen. Andere aanduidingen zijn: ego, hogere zelf, innerlijke heerser, de Christus in ons, Zoon van het Denkvermogen, Zonne – engel. Alleen door verbinding met de Ziel is er juiste onderscheidingsvermogen mogelijk.
Zonnelogos
Goddelijk wezen, dat ons zonnestelsel bezielt. Zie ook: “Logos”.
Aartsengel
Een toestand en verblijfplaats
Aeon.
Het woord aeon, dat in de Bijbel wordt vertaald met eeuwigheid, betekent niet alleen een eindige periode maar ook een engel en een wezen.
(‘Een toelichting op de GL’, Stanza’s I-IV, blz.10)
Ajnacentrum.
Energiecentrum (chakra) tussen de wenkbrauwen.
De stoffelijke tegenhanger is de hypofyse.
Antahkarana.
Het bouwen van een brug van licht tussen het lager denkvermogen, de ziel en het hoger denkvermogen waardoor de verlichting van de persoonlijkheid mogelijk wordt.
Ashram.
Een Ashram is een vitaal centrum of werveling van kracht met dynamische uitwerking. Daar waar de gehele groep van liefde brandend en als zielen levend is, daar wordt een ashram gevormd . In het centrum van een Ashram staat een Meester van Wijsheid. De ring om dit centrum heen bestaat uit 3 Meesters van Wijsheid. De anderen ringen worden gevormd door discipelen van alle graden. In een Ashram werken alleen zielen geen persoonlijkheden. Elke Ziel heeft zijn persoonlijkheid als er een incarnatie is. De Geestelijke Hiërarchie bestaat uit 7 hoofd- en 42 kleinere Ashrams. Elk vertegenwoordigt 1 van de 7 stralen (energieën) met aan het hoofd een Meester van Wijsheid.
Astraal gebied.
Het gebied van emoties met zijn tegenpolen: hoop en angst, sentimentele liefde en haat, geluk en lijden. Het gebied van begoochelingen.
Astraal lichaam.
Het emotionele voertuig van de mens.
AUM
Is het symbool der hoogste energieën. De drieledige klank wordt als OM uitgesproken. Los van de vele definities is A - gedachte-Basis; U- is licht, de eerste oorzaak, M is Mysterie, het Heilige. De drie letter A U M betekenen verleden, heden en toekomst Een dergelijke betekenis heeft een grondslag. De basis is het verleden; het Licht is het heden en benadering van het Heilige is de toekomst. Ook wordt gezegd, dat de algemene betekenis van het woord ‘ja’, als bevestiging, dezelfde is, Het komt in alle talen voor.
Begoocheling.
Begoocheling is een astrale of emotionele kracht, die de aspirant tot slachtoffer van zijn eigen valse emotionele voorstellingen en begeerten maakt. Begoocheling kan vergelijken worden met de houding van een volk dat in de dalen leeft, omgeven door mist en nevelen. Tengevolge van de onmogelijkheid voor hen om duidelijk door de mits te zien, verbeelden zij zich dat zij verschillende vormen zien, vrees aanjagend of anderszins en stellen zich deze vormen van hun eigen emotioneel-mentale benadering voor als werkelijk. De morgenzon, die in glorie boven de horizon optijgt, verdrijft deze nevelen van de nacht en openbaart de valse illusies en begoochelingen waaronder de mensen verkeerd hebben. Begoocheling is de toestand waardoor het denken wordt versluierd door emotionele impulsen vanuit de astrale niveaus. B.v. angst, zelfmedelijden, kritiek, achterdocht, zelfingenomenheid, zelfoverschatting.
Buddhi.
Universele ziel of hoger Denkvermogen, liefhebbend begrip, liefde - wijsheid.
Buddhisch gebied.
Het gebied van de Intuïtie.
Chakra’s.
Centra (draaikolken) van energie in het etherisch lichaam die in verbinding staan met de ruggengraat en de 7 belangrijkste endocriene klieren. Er zijn 7 grote, 21 kleine en 49 nog kleinere chakra’s.
De Christus. Een Titel. Het Hoofd van de Geestelijke Hiërarchie.
Christusbewustzijn.
Energie van de kosmische Christus, ook bekend als Christusbeginsel. Deze energie die voor ons belichaamd wordt door de Christus, ontwaakt momenteel in het hart van miljoenen mensen over de hele wereld. De energie van evolutie zelf.
Deva.
Engel of hemels wezen uit een natuurrijk dat zich evenwijdig ontwikkelt aan het menselijke rijk, variërend van ondermenselijke elementalen tot supermenselijke wezens vergelijkbaar met een planeetlogos. Zij zijn de ‘actieve bouwers’ die op intelligente wijze met de stof werken om alle vormen te creëren die wij zien, inclusief de mentale, emotionele en fysieke voertuigen van de mens.
Driehoek-meditatie.
Groep van drie mensen die zich dagelijks in gedachten enkele minuten op elkaar afstemmen voor meditatie.
Energie.
Vanuit esoterisch gezichtspunt bestaat er in het gehele geopenbaarde universum niets dan energie op verschillende niveaus van trilling. Het trillingsniveau (de frequentie) bepaalt welke vorm de energie aanneemt. Energie kan worden gemanipuleerd en gestuurd door gedachte.
Esoterie.
De door de eeuwen heen verzamelde leer over de evolutie van bewustzijn in het menselijke rijk en in de onderliggende natuurrijken. Biedt een systematische en samenhangende beschrijving van de energetische structuur van het heelal en de plaats die de mens daarin inneemt. Beschrijving van de krachten en invloeden die achter de wereld van uiterlijke verschijnselen schuilgaan.
Etherisch lichaam.
Energetische tegenhanger van het fysieke lichaam, bestaande uit 7 grote en 42 kleinere chakra’s (energiecentra), die tezamen een energienetwerk vormen van alle centra en de oneindig kleine energiedraden (nadî’s) die aan elk deel van het zenuwstelsel ten grondslag liggen. Blokkades in het etherisch lichaam kunnen leiden tot organische aandoeningen.
Etherische gebieden.
Vier niveaus van stoffelijke materie die fijner zijn dan gasvormige. Vooralsnog onzichtbaar voor de meeste mensen.
Evolutie.
Proces waardoor de stof wordt vergeestelijkt; de weg terug naar de bron. Het afwerpen van de sluiers van misleiding en illusie, waardoor uiteindelijk kosmisch bewustzijn bereikt wordt.
Fysiek gebied.
Wereld van de verschijnselen. De vorm die energie aanneemt op de laagste trillingsniveaus: grofstoffelijk, vloeibaar, gasvormig en etherische stof.
Gebied.
Bestaansniveau.
Geest.
In algemene esoterische termen: de monade die zichzelf weerspiegelt als de ziel. Geest, het totaal van de energetische aard van de mens; de levenskracht die ons bezielt en aandrijft.
Geestelijk (spiritueel).
Elke activiteit die de mens verder brengt dan zijn huidige toestand aangeeft: op fysiek, emotioneel, mentaal, intuïtief of sociaal gebied.
Geestelijke Hiërarchie.
Koninkrijk van God, het Geestelijk Koninkrijk, of het koninkrijk der zielen, bestaande uit de meesters van wijsheid en de ingewijden van alle graden, van wie het doel is het Plan van God uit te voeren. Planetair centrum van Liefde - Wijsheid. Ook bekend als de Grote Witte Broederschap, Genootschap van Verlichte Geesten.
God.
Het grote kosmische wezen dat deze planeet bezielt en dat alle wetten belichaamt, alsmede alle energieën die door die wetten worden geregeerd; waaruit alles bestaat wat zichtbaar en onzichtbaar is. (Zie ook: “logos”).
Goeroe/ Guru.
Geestelijk leraar.
Heer der Wereld. Zie: “Sanat Kumara”.
Hiërarchie.
Zie: “Geestelijke Hiërarchie”.
Hiërofant.
De Inwijder. Hetzij, bij de eerste twee planetaire inwijdingen: de Christus, of, bij de derde en hogere inwijdingen: de Heer der Wereld.
Illusie.
Illusie is het mentaal verkeerd interpreteren van de feiten van het leven. Er is volgens de esoterie slechts één Werkelijkheid, één Onveranderlijk Denkvermogen, het universele bewustzijn, dat de orthodoxie God noemt. die door. Buiten die Ene Onveranderlijk Denkvermogen is er niets dan Zijn manifestaties, deze verkeren in een voortdurende toestand van beweging en verandering onder invloed van de Wet van Evolutie. Deze manifestaties zijn daarom niet werkelijk; de laatste werkelijkheid is datgene wat er Zijn zal aan het eind van het evolutieproces. In zover het menselijke denkvermogen deze tijdelijke manifestaties als permanent aanneemt, is het onderworpen aan illusie.
Incarnatie.
Openbaring van de ziel als de drievoudige persoonlijkheid onder de Wet van de wedergeboorte.
Intuïtie.
Intuïtie is een geestelijke gewaarwording, welke de juiste richting aangeeft en een hoger stadium van bewustzijn. Dit heeft tot gevolg dat er een stroom van zuivere intelligente rede via het denkvermogen binnenstroomt. Deze is emotioneel gestabiliseerd en in evenwicht en komt rechtstreeks vanuit het intuïtieve of buddische gebied. Wanneer het denkvermogen van de mens tenslotte onder de invloed van de intuïtie en van het Hoger Denkvermogen (na het opbouwen van het Anthakarana/Regenboogbrug)komt, zal de mens de waarheid direct kennen en zal hij zijn vroegere voorstellingen en geloofsovertuigingen als illusies afdanken. Het oproepen van de intuïtie is in werkelijkheid het naar het hersenbewustzijn brengen van het aangeboren – maar gewoonlijk niet ontwikkeld – geestelijk vermogen, dat de aspirant in staat stelt direct contact te maken met denkbeelden en tenslotte te weten dat eenheid en synthese de enige ware werkelijkheden zijn voorzover het ’t Goddelijke Plan betreft.
Involutie.
Het proces waardoor de geest afdaalt in zijn tegenpool: de stof.
Inwijding.
Vrijwillig proces waarbij opeenvolgende en geleidelijk opklimmende stadia van afstemming en eenwording plaatsvinden tussen de man of vrouw in incarnatie; zijn/haar ziel en de monade, de “vonk van God”. Elk stadium verschaft de ingewijde een dieper inzicht in de betekenis en het doel van Gods plan; een vollediger bewustzijn van zijn/haar rol in dat Plan en een toenemend vermogen om bewust en intelligent te werken aan de vervulling ervan.
Karma.
Oosterse aanduiding van de Wet van oorzaak en gevolg. De fundamentele wet die ons bestaan in dit zonnestelsel regeert. Elk van onze gedachten en handelingen zet een oorzaak in gang waarvan de gevolgen ons leven bepalen, ten goede of ten kwade. In Bijbelse termen: “Zoals u zaait, zult u ook oogsten.” In wetenschappelijke termen: “Elke actie heeft een gelijkwaardige, er aan tegengestelde reactie.”
Krachten van Duisternis (van kwaad, stoffelijkheid).
Involutionaire of materialistische krachten die het stofaspect van de planeet in stand houden. Wanneer deze hun doel voorbijschieten en invloed krijgen op de geestelijke ontwikkeling van de mensheid , worden ze aangeduid als: “het kwaad” of de anti-christ.
Krachten van Licht (van evolutie).
De Geestelijke Hiërarchie van onze planeet. Het planetaire centrum van Liefde - Wijsheid.
Kwaad.
Alles wat de evolutionaire ontwikkeling belemmert.
Logos.
God. Het kosmische wezen dat een planeet (planeetlogos), zonnestelsel, (zonnelogos), melkwegstelsel ( galactische logos) enzovoort, bezielt.
Manas.
Hoger denkvermogen.
Mantram.
Formule, of opeenvolging van lettergrepen, die - indien juist uitgesproken - energie in beweging zetten.
Meditatie.
Wetenschappelijk middel waarmee het contact en de uiteindelijke eenwording met de ziel wordt bereikt. Ook het proces waardoor men openstaat voor geestelijke inspiratie en derhalve voor samenwerking met de Geestelijke Hiërarchie.
Meesters van Wijsheid.
Mensen die de vijfde inwijding of graad hebben genomen doordat ze alle ervaringen van het leven op deze planeet hebben doorgemaakt en daardoor volledig meesterschap over zichzelf en de wetten van de natuur hebben bereikt. Behoeders van het Plan van evolutie en van alle energieën die de planeet binnenstromen ter vervulling van het Plan.
Mens.
Stoffelijke openbaring van de ziel; een geïndividualiseerd aspect van de geestelijke monade (het Zelf), die een vonk is van de Ene Geest (God).
Mentaal gebied.
Het gebied van denkvermogen waar de mentale processen plaatsvinden.
Mentaal lichaam.
Voertuig van de persoonlijkheid op het mentale gebied.
Monade. (Het Zelf/ Hoogste Zelf).
Zuivere geest die de Drievuldigheid van goddelijkheid weerspiegelt:
1. goddelijke Wil of Macht (de Vader)
2. Liefde - Wijsheid (de Zoon)
3. Actieve intelligentie ( de Heilige Geest)
De “vonk van God” die in elk mens huist.
Nieuwe Tijd (New Age). Zie: ‘Waterman’.
Noumena
Alleen in Geest bestaand
Noumenon
De Ene Absolute Werkelijkheid
Occultisme.
De verborgen wetenschap van de energieën die ten grondslag liggen aan het evolutieproces. Volgens de Canesha: “de Leer van de nog niet ontdekte krachten in de natuur en de mens”.
OM
Is de macht der genade. (zie AUM)
Oorzakelijk Lichaam.
De ziel op het oorzakelijk gebied en voertuig van de Monade. De plaats waar de essentie van leerprocessen uit alle levens in de 3 permanenten atomen wordt opgeslagen.
Oude wijsheid.
Eeuwenoude reeks geestelijke leringen die de bron vormen waaruit de kunsten, religies en wetenschappelijke prestaties van talloze beschavingen ontsproten zijn. In de moderne tijd voor het eerst voor een groter publiek toegankelijk gemaakt. In de 19e eeuw door Helena Petrovna Blavatsky en in de 20e eeuw door Alice A. Bailey, Helena Roerich, Rudolf Steiner, Benjamin Creme e.a.
Overschaduwing.
Vrijwillig samenwerkingsproces, waarbij het bewustzijn van een meester tijdelijk gebruik maakt van het fysieke, emotionele en mentale lichaam van een discipel.
Permanente atomen.
Drie atomen van fysieke, astrale en mentale stof waaromheen de lichamen voor een nieuwe incarnatie worden gevormd. Deze houden de trillingssnelheid vast, die de mens op het moment van overlijden heeft bereikt, zodat de bereikte evolutionaire ‘status’ bewaard blijft voor een volgende incarnatie.
Persoonlijkheid.
Drievoudig voertuig van de ziel op het stoffelijk gebied, bestaande uit: een mentaal, emotioneel (astraal) en een fysiek - etherisch lichaam.
Planeetlogos.
Goddelijk wezen dat een planeet bezielt.
Pralaya.
Een niet - mentale, niet - astrale, niet - fysieke toestand ergens tussen dood en wedergeboorte in, waar de levensimpuls inactief is. Ervaring van volmaakte vrede en een voortdurende gelukzaligheid voorafgaand aan de volgende incarnatie. Het komt overeen met het christelijke denkbeeld van de hemel.
Reïncarnatie. (Wet van wedergeboorte).
Proces waardoor God, via de mens als middelaar, zichzelf onderdompelt in zijn tegenpool (de stof), teneinde de stof – die dan volledig doordrenkt is – met de aard van God, weer in zich op te nemen. De Wet van karma trekt ons steeds opnieuw in incarnatie, totdat we geleidelijk - door het evolutieproces - volledig uitdrukking kunnen geven aan onze innerlijke goddelijkheid.
Sanat Kumara.
Heer der Wereld. De etherische uitdrukking van onze Planeetlogos die in Shamballa verblijft. Een groot Wezen, afkomstig van Venus, dat zichzelf 18,5 miljoen jaren opofferde om te fungeren als het persoonlijkheidsvoertuig voor de bezielende godheid van onze planeet. Het meest nabije aspect van God dat de mens in staat is te kennen.
Shamballa.
Grootste energiecentrum van de planeet, gelegen boven de Gobi – woestijn, op de twee hoogste etherische gebieden. Van hier uit en hier doorheen stroomt de Shamballa – kracht, de energie van Wil of Doel. Het komt overeen met het kruinchakra van de mens.
Stralen.
De zeven universele stromen van goddelijke energie, die elk de uitdrukking zijn van een groot Leven en waarvan de wisselwerking op elke denkbare frequentie de zonnestelsels, melkwegstelsels en universums creëert. Door de cyclische spiraalbeweging van deze energieën wordt alles in en uit openbaring gebracht en gekleurd met en doordrenkt van bepaalde hoedanigheden en aspecten.
Theorie
Theorie (esoterisch) vormt het ware geraamte van het occulte lichaam van waarheid.
Tijdperk.
Wereldcyclus van ongeveer 2150 jaar, afhankelijk van de verhouding tussen de aarde, zon en de tekens van de dierenriem.( Zie ook: ‘Waterman’ ).
Trilling
Beweging van energie. Alle energie trilt op een bepaalde frequentie. Het evolutieproces vindt plaats door verhoging van de trillingssnelheid in reactie op inkomende energieën van hogere niveaus.
Voertuig.
De vorm waarin hogere wezens zich uitdrukken op lagere gebieden. De fysieke, astrale en mentale lichamen vormen bijvoorbeeld de voertuigen van de ziel op de lagere niveaus.
Waterman.
Sterrenbeeld waarnaar het astronomische tijdperk is genoemd dat nu begint: (‘de Nieuwe Tijd’ of ‘New Age’) en dat ongeveer 2350 jaar zal duren. Tevens het esoterisch symbool voor de Waterdrager, het tijdperk van De Christus en de geestelijke energie van Waterman, waarvan Broederschap en Synthese de kenmerken zijn.
Wet van Oorzaak en Gevolg(Wet van Karma). Zie: “Karma”.
Wet van wedergeboorte Zie: “Reïncarnatie”.
Vereniging van de lagere en de hogere aard door verschillende technieken om beheersing te bereiken over het fysieke, astrale of mentale lichaam.
De goddelijke vonk in ieder mens.(zie ook: “Monade”)
Zelf verwerkelijking.
Proces waardoor de mens geleidelijk tot de erkenning en uitdrukking komt van zijn ">goddelijke aard.
Ziel.
Verbindend beginsel tussen geest en stof, tussen God en zijn vorm. Verschaft bewustzijn, karakter en hoedanigheid aan alle geopenbaarde vormen. Andere aanduidingen zijn: ego, hogere zelf, innerlijke heerser, de Christus in ons, Zoon van het Denkvermogen, Zonne – engel. Alleen door verbinding met de Ziel is er juiste onderscheidingsvermogen mogelijk.
Zonnelogos
Goddelijk wezen, dat ons zonnestelsel bezielt. Zie ook: “Logos”.
Abonneren op:
Posts (Atom)